


‘Aanhoudende geestelijke druk, spanning.’ Dat is de definitie van stress volgens Van Dale. Daar kunnen de meeste mensen met autisme wel een heel boek over schrijven, denk ik. Zo ook ik. Maar als ik nou denk aan wat bij mij het meeste spanning en stress veroorzaakt, dan is dat toch ‘mooi weer’. Of zoals ik vaak zeg: ‘Wat de gemiddelde Nederlander mooi weer noemt.’ Dat zal ik uitleggen.
Die ‘mooi weer’-stress begint tegenwoordig al ergens half februari en duurt tot september, oktober soms. Vanaf het moment dat de temperatuur boven de vijftien graden uitkomt. Het moment dat iedereen massaal de deuren losgooit en aan werkelijk alles in en om de tuin begint te klussen. De eerste lentezon zorgt voor een tsunami aan prikkels. Die eerste lenteachtige dagen zijn een drama voor mij als autist. Al helemaal doordat ik weet dat dit pas het begin is. Traditioneel wil ik dan ook zodra de lente zich aandient verhuizen (hutje op de heide gezocht!).
Zodra de temperatuur verder omhoog gaat en we richting zomerse waarden gaan, neemt daarmee de lengte van de prikkels ook toe, en daarmee mijn stress ook. In de lente kijk ik iedere dag naar de veertiendaagse weersvoorspelling, in de zomer zelfs meerdere keren per dag. Warme dagen en zwoele zomeravonden staan voor mij gelijk aan feestjes in de buurt, spelende kinderen, buren die hele avonden in de tuin doorbrengen, prikkels, herrie, onrust. Het kan me volledig in z’n greep houden, iedere dag de verwachtingen en gevolgen afwegen.
Mijn eigen leven leiden kan ik in de zomer lang niet altijd. Gedurende de zomer, vind ik er gelukkig meestal wel mijn weg in. Deze maanden vlucht ik regelmatig naar het rustige bos of de bioscoop. Ik besef natuurlijk ook wel dat ik er zelf mee moet leren omgaan. Maar de momenten dat ik dan echt even gelukkig ben, is wanneer een zomerse plensbui een einde maakt aan de warmte, en daarmee ook aan de herrie van iedereen om me heen.
Het is overigens een misverstand dat ik een hekel heb aan warm weer. Ook ik vind het fijn en kan er van genieten. Of anders gezegd, ik zou ervan kunnen genieten, ik zou ervan willen genieten. Want in de praktijk kan ik dat door prikkels nooit. Wat zou het fijn zijn als mensen daar wat meer rekening mee konden houden. Zodat ik ook kan genieten, in plaats van steeds in de stress te schieten.
(Verschenen in: Autisme Magazine, 02, jaargang 49, zomer 2022, pagina 53)