


Ik heb een eigen auto, meestal staat deze recht voor mijn deur. Er groeit wat mos op, een paar jaar terug zag ik zelfs een klein dapper plantje door het mos heen groeien. Autorijden is niet echt iets voor mij. Hier ben ik me van bewust, maar onlangs ontdekte ik iets heel anders.
In de meeste columns schrijf ik over wat ik recent meemaakte. Deze column begon met iets anders: een vooronderzoek. Ik verbaasde me er namelijk al jaren over dat ik nooit enige hulp of begeleiding heb gehad (al dan niet verplicht) bij het halen en verlengen van mijn rijbewijs. Terwijl er toch genoeg problemen waren toen, en soms nog steeds. Echter, er was ten tijde van mijn rijlessen nog geen autisme vastgesteld, dus voor het CBR was ik toen nog een ‘gewone kandidaat’. Naar nu blijkt, had ik bij het krijgen van mijn diagnose zelf contact op moeten nemen met het CBR . Na een melding gaat er van alles lopen waaronder een gesprek met een psychiater en een rijtest. Dit is niet alleen het geval bij autisme, de lijst op de website van het CBR telt bijna 100 aandoeningen waaronder ADHD, verslavingen, depressie, slaapstoornissen en ga zo maar door. Met het niet melden hiervan loop je het risico dat je bij een ongeluk niet verzekerd bent. Dat is nogal wat. Niemand uit mijn omgeving kende deze regel. En ik ken aardig wat mensen met bijvoorbeeld autisme of ADHD.
Ik vind dit niet logisch. In je leven maak je heel wat mee. Maar je kunt niet verwachten dat mensen bij iedere diagnose denken: Laat ik het CBR hiervan op de hoogte brengen, kijken wat de (financiële) gevolgen zijn. Wat ik zelf met deze nieuwe kennis ga doen weet ik nog niet. Gelukkig gebruik ik mijn auto toch maar zeer zelden, maar vanaf nu kijk ik wel extra uit.